Kasterense watermolen in de Bossche Protocollen
[vanaf het jaar 1400]
BP 1400-1401, 69. :
Kasterense watermolens. Lambert die Bont zoon van Gijb ten behoeve van Jan van
den Velden zoon van Willem.
BP 1402-1403, 390. :
Kasteren. 1/8 in drie watermolens. Joseph en Willem zoons van wijlen Willem
Josephs op Kasteren.
BP 1414-1418, 271. :
Kasteren, de watermolen. Willem Peterss van Kasteren en broer Jan. Lambert die
Bont
BP 1420-1422, 38v. [16 jan.
1421]:
Kasteren, de watermolen. Heer Jan Paeuweter, kanunnik ’s-Hertogenbosch. Wijlen
Christien dochter van Henrick Paeuweter, begijn.
BP 1421-1422, 22v. [31 okt.
1421]:
Kasteren, de watermolens en Wedehage. Boudewijn, Lambert, Chrispijn, Liesbeth en
Margriet, kinderen van Boudewijn Janssoen. Henrick van Halle zoon van Jan
Rademaker.
De helft van Willem Cortroc zoon van wijlen Willem Cortroc van Kasteren en uit
diens goederen ter plaatse Die Wedehage (in de jurisdictie van de hertog). [Hoijbemde
in Luttel-Liempde]
BP 1421-1422, 22v. [21 juli
1423]:
Kasteren, de watermolens. Wouter van Lijer Hendriksz. Michiel van den Velde.
Rombout zoon van Jan van den Velde.
BP 1421-1422, 439.
Kasteren, de watermolens. 1/3 van de helft van de molens van wijlen Willem
Cortroc zoon van wijlen Willem Cortroc van Kasteren. Ter plaatse Die Wedehage
(in het land van de hertog) met twee hooijbemde aldaar.
BP 1423-1424, 25. [9 dec.
1423]:
Kasteren, de watermolens. Michiel van den Velde ten behoeve van Corstiaen Koenen
schoonzoon van Jan Ghijsselen. Reijmbout van den Velde. Wouter van Lier. Ter
plaats Antsel.
BP 1423-1424, 274. [13 jan.
1424]:
Boudewijn zoon van Peter van Herenthom, Bertout zoon van Hendrick van den Dael.
Een kamp en bovendien 1/8 in de watermolen van Kasteren.
BP 1424-1425, 123v.
Kasteren, de watermolens. Joost zoon van Reijner van Vinckenshoet. Zijn aandeel
in de molens, vroeger van Willem Cortroc. Joost had verkregen van Michiel junior
natuurlijke zoon van wijlen Michiel van Halle X Luijtgart dochter van Boudewijn
zoon van wijlen Joseph van Kasteren. Zijn aandeel nu aan Joseph zoon van
Boudewijn Josephs van Kasteren.
BP 1424-1425, 152. [2 febr.
1425]:
Kasteren, ¼ deel in de watermolen en ¼ deel in een oliemolen. Jan van den Velde,
wijlen Lambert die Bont, Willem van den Velde. Jan en Aleijt kinderen van wijlen
Lambert die Bont.
BP 1424-1425, 196v [23 juni
1425]:
Kasteren, de watermolens. Heilwich weduwe van Henrick Pauweter (tocht) aan haar
kinderen Aert, Bertha en Heilwich. Wouter zoon van Gielis Woutersz. (bakker)
haar man.
BP 1430-1431, 286v -287:
Lambert die Bont bezat de watermolen van Kasteren.
Boudewijn Janszoon en zijn kinderen Boudewijn, Lambert, Corstiaen, Lijsbeth en
Margriet.
Henrick van Hall zoon van Henrick van Hall rademaker.
Willem Peterss. van Herenthom
Lambert Boudewijnss van den Molengrave
BP 1430-1431, 287v:
Lambert die Bont bezat 1/3 deel van de helft van de watermolens van Willem
Cortroc zoon van Willem Cortroc van Kasteren.
Mathijs, Kathelijn, Mechteld en Lijsbeth, kinderen van wijlen Henrick Boudewijn
Goijartszoon van den Molengrave.
Henrick, Kathelijn en Geertruijt, kinderen van Daniel Aertszoon van den
Hazeldonc en wijlen Margriet Boudewijn Goijarts van den Molengrave.
BP 1437-1438, 1:
Boudewijn Josephss. van Kasteren bezit 1/8 deel van de molens van Kasteren.
Kathelijn weduwe van Aelbert Gestelman.
BP 1437-1438, 51v:
Wautgher Jan Wautgers van Kasteren bezit 1/8 deel van de molens van Kasteren.
Lysbeth dochter van wijlen Claes van den Derp.
BP 1438-1439, 63:
Boudewijn Boudewijn Josephss. van Kasteren bezit 1/8 deel van twee watermolens
van Kasteren.
Eustaes Tolync en zijn dochter Lysbeth.
Willem van Bucstel, mesmaker.
BP 1439-1440, 29 [3 maart
1440].
Peter Wauter Reijnerss van Vinckenshoet verkoopt aan Peter Willem Peterss van
Herenthom 1/5 deel en ¼ deel van 1/5 deel in 1/8 deel van de molens van
Kasteren.
BP 1439-1440, 29v [3 maart
1440].
Gheerborch en Aleijt dochters van wijlen Boudewijn Peterss van Herenthom
verkopen aan Peter Willem Peterss van Herenthom 1/16 deel van de molens van
Kasteren.
Peter Wauter Reijnerss van Vinckenshoet doet afstand daarvan ten behoeve van
Peter Willem Peterss van Herenthom.
BP 1442-1443, 225 [19 juni
1443].
Jan zoon van Wouter van Lijer x Margriet Jan van den Velde geeft in erfpacht aan
Reijner Wauterss van Vinckenshoet ¼ deel in de molen van Kasteren. Om vier mud
rogge, Bossche maat op Lichtmis te leveren aan Jan en diens vrouw Aleijt Henrix
van Kelen of aan de langstlevenden van hen beiden (en de lasten aan de
heerlijkheid Boxtel).
BP 1443-1444, 53v [14 febr.
1444].
Reijner Wauterss van Vinckenshoet heeft opgedragen aan Peter Willem Peterss van
Herenthom 1/6 deel van Reijner en zijn zus Luijtgart in een watermolen van
wijlen Peterss van Herenthom op Kasteren, Liempde.
BP 1445-1446, 181v
Luijtgart weduwe van Bertout Hendrix van den Dael.
Boudewijn Peterss van Herenthom Bezat 1/8 deel in de molen van Kasteren.
BP 1446-1447, 45
Jan Wouterss de Lijer. Reijner Wauterss van Vinckenshoet bezat 1/4 deel in de
molen van Kasteren.
Corstiaen Mathijs Hoze.
BP 1446-1447, 171 [1 juni 1447]
Reijner Wauterss van Vinckenshoet heeft opgedragen aan Jan Wouterss van Lier
1/4 deel in de molen van Kasteren (afkomstig van Jan voorn.) .
Reinier had ¼ deel in erfpacht gekregen van Jan Wouterss van Lier om vier mud
rogge en een erfpacht van een mud rogge, Bossche maat.
BP 1446-1447, 352
Andries en Jan zoons van wijlen Aelbert Janss. van Gestel.
Boudewijn Josephss. van Kasteren bezit 1/8 deel in de molen van Kasteren
BP 1447-1448, 147v [16 mei
1448]
Jan Wouterss de Lijer heeft opgedragen aan Corstiaen Mathijs Hoeze 1/4 deel in
de molen van Kasteren. Jan had ¼ deel gekregen van Reijner Wauterss van
Vinckenshoet
BP 1449-1450, 15v. :
Peter Jan Peterss van Herenthom had vroeger gekregen van Margriet, Geerlincx,
Aleijt en Geertruijt kinderen van Boudewijn Peterss van Herenthom ¼ deel van de
watermolen van Kasteren en 1/8 deel in een huis etc.
BP 1451-1452, 232 [10 dec 1451]
Corstiaen Mathijs Hoeze heeft opgedragen aan Gijsbert Janss van Coelen 1/4 deel
in de molen van Kasteren. Corstiaen had ¼ deel gekregen van Jan Wouterss de
Lijer
BP 1451-1452, 242
Corstiaen Mathijs Hoeze bezit 1/4 deel in de molen van Kasteren, verkregen van
Jan Wouterss de Lijer
BP 1454-1455, 74v [24 mei 1455]
Gerrit Claes van Dyel heeft opgedragen aan Jorden Otten zoon van Van Deyl kremer,
1/8 deel in de molen van Kasteren en Antsel. Gerrit 1/8 deel gerechtelijk
gekocht in Den Bosch
BP 1454-1455, 85 [25 juni 1455]
Aelbert, Mechtelt, Dymphna en Heilwich, kinderen van wijlen Joseph Boudewijns
Josephss van Kasteren hebben opgedragen aan Jan Thomas Hannen voor 4/9 deel in ¼
deel van de watermolens in Kasteren (van wijlen Willem Cortroc) en in ¼ deel in
land met hautwas in die Vurts in Ludgerliemde onder Boxtel.
BP 1456-1457, 76
Willem Henrick Scutken man van Kathelijn Joost Boudewijns heeft opgedragen aan
Jan Janss Peterssoen 1/9 deel (van Willem en Kathelijn) in ¼ deel van de
watermolen in Kasteren.
BP 1456-1457, 417
Jorden Otten zoon van Van Deyl kremer, man van Luijtgart Aert Pauweter geeft
erfpacht aan Goijaert Claess. Van Deyl 1/8 deel (vroeger van Jan Wouterss) in de
watermolens van Kasteren en Antsel om een lopende [erfpacht] van 3 mud en 2
sester rogge, Bossche maat op Lichtmis te leveren. Jorden had 1/8 verkregen van
Gerrit Claess. van Deyl.
BP 1458-1459, 49 [12 jan. 1459]
Goijaert zoon van Claes van Deyl, kremer heeft opgedragen aan Peter Jan Peterss
van Herenthom 1/4 deel in de watermolen van Kasteren.
BP 1463-1464, 191v. :
Kathelijn weduwe van Hendrik Grietens. Van Bucstel & Daniel Aertszzon van den
Hazeldonk 1/6 eigenaar
BP 1464-1465, 26 maart 1465
Peter en Jan Crabbe, zoons van wijlen Peterss van Herenthom verkopen hun helft
van de Liempdse watermolens van Kasteren en Antsel aan de Heer van Boxtel, Henrick van Ranst.
Hiermee wordt Heer van Boxtel, Henrick van Ranst, volledig eigenaar d.w.z. dat
hij zowel eigenaar is van het allodiale als het feodale gedeelte.
Peter en Jan Crabbe ontvingen hiervoor 72 peters (gouden munten) en 6 mud rogge.
BP 1465-1466, 134v. :
Jan Jan Peterss van Herenthom krijgt van kinderen en schoonzoon vanwege Joost
Boudewijns Josephs, hun deel in de watermolen van Kasteren
BP 1467-1468, 37v-38
Heer van Boxtel, Henrick van Ranst verwerft de helft van de watermolens van
Peter en Jan zoons van wijlen Peterss van Herenthom.
BP 1468-1469, 101
Boudewijns Josephs van Kasteren, bezat 1/8 deel in de watermolen van Kasteren
BP 1469-1470, 59v. [1470]:
Jan Jan Peterss bezit een stuk land “Het Voirtken’ vroeger van wijlen Jan
Crabbe (molenaar) bij de Kasterense watermolen
BP 1471-1472, 14. [4 nov 1471]:
Katherijn Crab weduwe van Jan Peterss van Herenthom en haar zoons Peter en Jan
hebben blijkbaar 1/8 deel van de watermolens van Kasteren en Antsel gepacht van
de Heer van Boxtel
BP 1471-1472, 14.
Jan Peterss Hendrikx en Jacop Jan Jacopssoen hebben 1/8 deel van de watermolen
BP 1471-1472, 14-14v.
Meeuws de Momboir (1/4 der watermolens)
Ermgart, weduwe van Boudewijns Josephssoen (de helft van 1/8) en haar kinderen
Willem, Heilwich, Jan en Aleijt.
BP 1471-1472, 212. [27 febr.
1472]
Dirc Jan Henrix, rentmeester van de Heer van Boxtel, verpacht voor zes jaar aan
Herman Dirk Quaeyaerts de watermolen tot Kasteren en de watermolen tot Antsel
vanaf Sint-Jan 1472.
BP 1472-1473, 21v. [18 nov.
1472]
Yda Gerits van Deyl heeft opgedragen aan Jan van den Velde, natuurlijke zoon van
wijlen heer Jan van den Velde (priester), haar deel van twee watermolens in
Kasteren.
BP 1472-1473, 253. [21 nov.
1472]
Katherijn dochter van wijlen Willem Aerts van Rode (smid) heeft opgedragen aan
Yda Gerits van Deyl ¼ deel (vroeger van Jan Wouterss van Lijer] in de Kasterense
molen.
BP 1472-1473, 253. [26 nov.
1472]
Yda Gerits van Deyl geeft dat ¼ deel in de Kasterense watermolen over aan Jan
van den Velde, natuurlijke zoon van wijlen heer Jan van den Velde (priester).
BP 1472-1473, 253.
Willem Aerts van Rode (smid) had ¼ deel in de Kasterense watermolen, verkregen
van Jan Jansz. Van Coelen