NATUURGEBIEDEN LIEMPDE

VELDER

Update:19 augustus 2015

HOME

Landgoed Velder

Bezoekersinformatie
Velder ligt ten zuiden van Liempde en is een van de belangrijkste natuurgebieden van Nationaal landschap HET GROENE WOUD. Het gebied is 180 hectare groot, waarvan 27 hectare aan de oostzijde van de spoorlijn ligt. Het landgoed is op wegen en paden vrij toegankelijk voor wandelaars en fietsers. Het landgoed is in eigendom van de familie Van Boeckel. Op enkele open terreinen vinden een paar keer per jaar grote festiviteiten plaats, onder andere Circo Circolo en het Streekfestival Het Groene Woud.

Samenvatting uit publicatie: Velder en Heerenbeek. Oorsprong en toekomst van twee natuurparels in Het Groene Woud (2015, door Ger van den Oetelaar, verkrijgbaar bij PICTURES PUBLISHERS.
Velder is binnen Liempde al vanaf de middeleeuwen als Vellaer bekend. Al vóór 1311 is Velder in bezit van de heren van Boxtel die op Stapelen wonen. Ze krijgen Velder waarschijnlijk na 1231 in leen gekregen van de hertog van Brabant of verwerven het van de graven van Rode.

De heren van Boxtel gebruiken Velder tot 1819 vooral als jachtgebied. Velder is in die eerste eeuwen een zogenaamde vrije warande waar de heren van Boxtel het alleenrecht op de jacht hebben. Voor de jachtpartijen die met name ook bedoeld zijn om de status van de heren van Boxtel te verhogen wordt de regionale adel uitgenodigd. De jacht met honden op Edelhert en Wild zwijn binnen de ronde vorm van Velder wordt zo georganiseerd dat het gehele adellijke gezelschap daar optimaal van kan genieten. De sterrenbosstructuur wordt in het midden van de 17e eeuw ten dienste van de jacht aangelegd. De jacht vindt plaats in een woudachtige omgeving met vele zware bomen. Bijkomende bijzonderheid is dat de jacht op wolven tot ver in de 18e eeuw goed gedocumenteerd is voor Velder.

Ook de aanleg van de wal rondom Velder staat in verband met de jacht. De rondliggende wal wordt in de tweede helft van de 13e eeuw gemaakt om het wild binnen en onder meer de runderen van de buren buiten te houden. De wal vormt voor buurman Heerenbeek een voortdurend obstakel bij de afvoer van overtollig water. Er worden, tot in de 19e eeuw, veel processen over gevoerd. Een compromis wordt gevonden in de aanleg van een overlaat in de wal, bekend als t Gatt in de Velderschen Wall. De wal is heden ten dage nog bijna compleet aanwezig.

In de middeleeuwen is Velder qua natuur een rijk bos met behalve zomereiken ook haagbeuken en linden. De eigenaren van Velder verkopen hout als “bijproduct” van de jacht. Het gaat hierbij om hakhout en takhout en soms ook om opgaande bomen. In 1768 wordt de dan toe de enige hoeve van Velder afgebroken. Deze hoeve stond op de nu als De Huisplaats (zuidoost-Velder, nu onbebouwd) bekende locatie en was gericht op kasteel Stapelen. Bij deze hoeve begon ook de hoofdlaan, de Velderse Allée, binnen de sterrenbosstructuur.

De laatste heer van Boxtel, prins Frederik III Otto van Salm-Kirbourg, verliest zijn rechten eind 18e eeuw. Sinds 1798 is er een nieuwe hoeve aanwezig die meer gericht is op Liempde. In 1819 wordt het Liempdse Velder verkocht aan Onno Adolf Marc Guillaume de Senerclans de Grancy van Haanwijk, die het weer doorverkoopt in 1834 aan Johannes van Diepen. De erfgenamen  van Johannes van Diepen verkopen Velder vervolgens in 1852 aan Jan Francis van Boeckel. Jan Francis komt uit het Belgische Bocholt en is een op vele gebieden succesvol zakenman. De familie Van Boeckel is in 2015 nog steeds eigenaar van Velder.
Jan Francis neemt het initiatief om met behulp van de eigen Velderse steenoven de hoeve De Boschakker te verbouwen en nieuwe hoeven namelijk De Hoefakker en de De Teelakker te bouwen. In 1870 sterft Jan Francis van Boeckel en zijn weduwe Theresia van Boeckel-van der Heijden neemt het initiatief om het huidige huize Velder met tuin, een ontwerp van de Bossche tuinarchitect W.F. Maréchal, en later het koetshuis te bouwen.
Na de verkoop in 1819 wordt Velder nog steeds gebruikt voor de jacht maar ook voor houtproductie. Elk jaar wordt er publiek hout verkocht. In de 19e en 20e eeuw worden gedeelten van het bos van Velder ontgonnen en omgezet in landbouwgrond. In de 19e eeuw wordt Velder door de aanleg van de spoorlijn verdeeld in twee delen. Van 1948 tot 1994 worden er Landbouwwerktuigendagen gehouden. Tegenwoordig vinden er jaarlijks evenementen plaats zoals Circo Circolo waarvan de opbrengsten gebruikt worden om Velder te onderhouden en te versterken.

Velder is nog steeds van bijzonder belang qua natuur, landschap en cultuurhistorie. Op veel plaatsen op Velder is een zeer rijke bossstructuur aanwezig, inclusief haagbeuken en kapitale zomereiken. Er komen voor Nederland bijzondere soorten voor zoals bijvoorbeeld Wespendief, Middelste bonte specht, Houtsnip, Zwarte specht naast veel bijzondere planten, kevers, amfibieën, vlinders, slakken en paddenstoelen. Verschillende gebouwen zijn rijksmonumenten en Velder is een landgoed in het kader van de Natuurschoonwet, omsloten door een middeleeuwse wal.

Flora en fauna
De Natuurwerkgroep Liempde  en de provincie Noord-Brabant heeft onder andere de volgende vogels waargenomen: Bosuil, Wespendief, Houtsnip, Havik, Kleine bonte specht, Groene specht, Zwarte specht, Nachtegaal, Fluiter. V.w.b. de  Wespendief en de Houtsnip zijn erg hoge aantallen aanwezig. Belangrijke plantensoorten in het gebied zijn Slanke sleutelbloem, Dalkruid, Welriekende agrimonie, Veelbloemige salomonszegel, koningsvaren.
Tijdens de inventarisatie naar autochtone struik- en boomsoorten in 2007 ( "Oude Boskernen in Het Groene Woud". ) zijn hier ook bijzondere soorten aangetroffen zoals o.a. de zeer zeldzame Wilde mispel en de Steel- of Fladderiep. De aangetroffen Viltroos op de grenswal was een nieuwe soort voor Brabant. Het gebied is rijk aan diverse soorten vleermuizen en naar verluidt wordt af en toe de prachtige kever Vliegend hert af en toe waargenomen. De kans is groot dat hier de boommarter weer zijn jongen krijgt.

 

ACTUELE ZAKEN

2003

NWG Liempde neemt het initiatief om een project op te zetten rondom autochtone bomen en struiken. Een aantal soorten (Zomereik, Zwarte Els) op Velder lijken zeker in aanmerking te komen.

2004

NWG Liempde start opnieuw een Vogelinventarisatie op Velder

2007

In 2007 wordt het NWG-project "Autochtone bomen en struiken in Het Groene Woud" uitgevoerd door o.a. N. Maes. Dit project behelst een uitvoerige inventarisatie. Binnen Nationaal landschap Het Groene Woud worden verschillende nieuwe soorten ontdekt (o.a. Viltroos). Ook op Velder waren die aanwezig.

2008

In Januari 2008 wordt het resultaat van het project gepresenteerd in het rapport  "Oude Boskernen in Het Groene Woud". Velder komt zeer prominent naar voren met o.a. een aantal mooie fladderiepen op grenswallen van Velder

2008

Het Innovatieplatform Meierij is in samenwerking met de "Stichting Het Groene Woud in uitvoering" een onderzoek gestart naar oude bossen en wallen in Het Groene Woud. Tot de onderzochte objecten horen o.a. de wallen rondom Velder. Op 7 november 2008 vond de presentatie van het uitgebreide rapport plaats in Herberg "De Schutskuil" in Oirschot.
prof. P. Jungerius, Karel Leenders en N. Maes werkten mee aan dit onderzoek.

2010

Het onderzoek in in 2010 in opdracht van Natuurwerkgroep Liempde resulteert in een prachtige uitgave:
"Inheemse Bomen en Struiken van Het Groene Woud. Verrassende oude Boskernen in historisch Landschap".
Bert (N.) Maes is de auteur.

2010

Door de provincie Noord-Brabant is in 2010 een intensieve vogelinventarisatie uitgevoerd. Simultaantellingen voor o.a. de Houtsnip zijn onder leiding van Arno Braam uitgevoerd.

2011

Op 6 en 7 oktober 2011 organiseerde de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed een symposium over wallen. De excursie werd onder leiding van Ger van den Oetelaar en Piet de Jongh uitgevoerd op Velder. N.a.v. dit symposium werd de RCE-publicatie:
"Tot hier en niet verder. Historische wallen in het Nederlandse Landschap" uitgebracht.

2012

Het boek "Leembossen in Het Groene Woud. Schatkamer van Biodiversiteit" komt in 2012 uit met veel aandacht voor Velder.

2012

Het mooie boek "Vrilkhoven vroeger en nu, voor later" (door Nel van Doorn-van de Langenberg en Wim Merkx) komt in 2012 uit met veel aandacht voor Velder.

2013

In het kader van het project "Kloppend Hart" (een project vanuit de regeling Landschappen van Allure) is aandacht aan de wallen op o.a. Velder. Binnen dit project zullen de wallen gedateerd worden.  Ineke de Jongh heeft in de zomer 2013 dit onderzoek voorbereid en een degelijke rapportage gepresenteerd.
Het e.e.a. in opdracht van "Stichting Het Groene Woud in uitvoering".

2014

 SPPILL, BMF als Stichting Brabantse Bronnen  zijn eind 2014 gestart om de de grenswallen van Velder en De Geelders te dateren. Op 4 oktober zijn de eerste voorbereidende werkzaamheden door vrijwilligers uitgevoerd. Onder leiding van Ineke de Jongh  (namens Stichting Brabantse Bronnen) een 8-tal vrijwilligers zijn een viertal grenswalplekken (2 op Velder en 2 in de SBB-Geelders) vrijgemaakt zodat komende week de archeologen (voor de datering van de grenswallen) van RAAP aan de gang kunnen.  RAAP wordt ook dan ondersteund met Liempdse SPPiLL-vrijwilligers die gerecruteerd zijn uit o.a. Stichting Het Groene Woud in Uitvoering, Natuurwerkgroep Liempde en Heemkundekring Kčk Liemt en via een publieke oproep.  In de eerste weken van oktober 2014 zijn door de archeologen van RAAP de archeologische werkzaamheden uitgevoerd en de resultaten zijn medio 2015 bekend geworden.

 

De resultaten zijn verwekt in het boek

 

Velder en Heerenbeek. Oorsprong en toekomst van twee natuurparels in Het Groene Woud.


In een tweede fase (start 2015) wordt gewerkt aan het herstel van de wallen.

 

Initiatief door HKK Kčk Liemt en Natuurwerkgroep Liempde voor het boek Velder en Heerenbeek. Oorsprong en toekomst van twee natuurparels in Het Groene Woud.

Auteur: Ger van den Oetelaar. Dit boek wordt 6 november 2015 gepresenteerd. Het wordt uitgegeven door PICTURES PUBLISHERS. 

Wallen van Velder (Foto Ineke de Jongh, 2013)

ASPECT

INFORMATIE

ALGEMENE INFORMATIE

Grootte

180 ha waarvan 27 ha aan de oostzijde van de spoorlijn.

Planologisch

Streekplan & bestemmingsplan: Groene hoofdstructuur / natuurkerngebied
Ecologische Hoofdstructuur: Reservaatsgebied
Waterbeleidsplan: Water voor de landnatuur

ALGEMENE GESCHIEDENIS

Toponiem

Velder

Naam: afkomstig van veld: woest, onbebouwd, ongecultiveerd.
Laar: stuk in een boomrijk gebied of bos dat geleidelijk aan gebruikt gaat worden door mens en dier. De namen Vellaer en Velder hebben betrekking op hetzelfde goed in Liempde, dat tegenwoordig bekend staat als Velder. De hoeve en het omliggende bos was eigendom van de Heren van Boxtel. Het grensde aan het goed Heerbeek / Heerenbeek onder Oirschot dat in het bezit was van de Abdij van het Park nabij Leuven. 
Voor beschrijving van de Liempdse toponiemen zie: "Liempdse Contreien in Naam door de Eeuwen heen" (2002) door G.A. Beelen

Eigenaars

tot 1819: Heren van Boxtel
1819 tot 1834: Anne Adolphe Mark Willem Baron de Senerclens de Grancy.
1834-1852 Johannes van Diepen
In 1852 gekocht door wijnhandelaar Jan Francis van Boeckel van Rumpt (*1803, +1870).
Het landhuis werd gebouwd door zijn weduwe Theresia Arnoldina Antonia van der Heijden (*1818, 1886). en hun zoon, Adrianus van Boeckel van Rumpt (*1860, +1909). Huidige eigenaars: Familie van Boeckel.

ABIOTISCHE INFORMATIE VELDER

Bodem

ged. Beekeerdgronden: lemig fijn zand
ged. Humuspodzolgronden: Leemarm en zwak lemig fijn zand
ged. Gooreerdgronden: lemig fijn zand (met oude klei tussen 40 en 120 cm en tenminste 20 cm dik)

Geomorfologie

Relatief laaggelegen vlakte van ten dele verspoelde dekzanden
De Veldersewal kent een dekzandrug.
Ten zuiden van Velder is geomorfologisch een beek te herkennen.

Hydrologie

Grondwatertrappen: III en V* (relatief nat)
Zuidelijk gedeelte : III (nat)
Een gedeelte van het water van Velder en het gedeelte ten oosten van de spoorlijn stroomt momenteel via de Grote Waterloop naar de Dommel.
Het overgrote deel watert naar het zuiden af via de Velderse loop (begin 19e eeuw ook Groote waterloop genoemd) tussen Heerenbeek en Velder en stroomt o.a. via de Heerenbeekloop en het Smalwater (= Beerze, = Kleine Aa) naar de Dommel.

Hoogteligging

Ongeveer 1 meter lager dan Heerenbeek (11.00-10.00 m NAP)
Laagste punt 9.55. Hoogste punt 10.38
Toponiemen die hoogteligging aanduiden:
Wolfskuilen
Eerste & tweede & derde rietvak
Brede sloten
Varkensbult

 

BIOTISCHE INFORMATIE VELDER

ouderdom bossen

1487: (Bossche Protocollen) wordt van ‘t woud Veller gesproken. Dit duidt in ieder geval op onontgonnen woest terrein. Een gedeelte zal zeker bestaan hebben uit bos.

1558: Voor de eerste keer worden de wallen in de archieven genoemd (Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer 19233, fol. 3v, met dank aan Hein Vera )

1564: De hoeve van Velder in Boxtel lag in 1564 nog steeds in het bos. Ze bestond in "ackerlant drie mudsaet ende drie loepen saet ende voerts soe in groese als in heye ende houtwasse een groote wueste plaetse". (Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer 19239 24-8-1564-23-8-1565, f. 7v, met dank aan Hein Vera)

Naast hakhout stonden op Velder ook opgaande bomen. Zo werd daar op 12 januari 1566 voor 925 karolus gulden aan opgaand hout verkocht. (Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer 19241 24-8-1566-23-8-1567, f. 11.,met dank aan Hein Vera)

1625: betr. hoeve in Vellaer: ‘consisterende principaelijck in heide ende weijde ende houtwassche’.( het gaat hierom een gedeelte van het huidige Velder: de grootte werd in 1625 aangeduid als: ‘groote halve ure qualijcken caen omgaen’)

1630: Willem Michiels Verbeek ende Gysbert Anthoniss houtcoop­ers oversien ende gheestimeert hebbende het opgaende eyckenhout hebben gedeponeert t selve weert te wesen vyfftich duysent guldens verclarende het ander opgaende hout oyck etterlycke duysenden oyck t impetereren

Begin 17e-eeuw is er dus sprake van bossen (uit eikenhout bestaande) afgewisseld met weilanden en heide. Gezien de waarde is het eikenhout opgaand en is er een duidelijke bosstructuur aanwezig.

Het is niet aannemelijk dat er op dat moment al een landgoedstructuur aanwezig was. Velder / Veldersch Bosch is waarschijnlijk later in de 17e-eeuw (Renaissance) ingericht als landgoed, daar de meeste landgoederen met deze typische lanenvorm, in de 17e-eeuw ontstaan zijn (uit: Historia Forestis deel 2 hfd. 7.2.; J. Buis, Utrecht 1985). Bij de toenmalige aanleg waren hier waarschijnlijk al bossen aanwezig.

In de Historische Geografie van Midden- en Oost-Brabant, welke in 1993 verschenen is wordt op kaart 1 (blad 2) en kaart 2 (blad 4) ook duidelijk de hoge ouderdom van Veldersch Bosch aangegeven. In de studie zelf zegt Chris de Bont over het Veldersch Bosch: ‘...zo vormde het oorspronkelijk geometrisch aangelegde ‘sterrenbos’ het Veldersbosch in de gemeente Liempde, waarvan restanten van deze aanleg tot op heden bewaard zijn gebleven, in de 18e eeuw het grootste aaneengesloten boscomplex in de Meijerij van ‘s-Hertogenbosch’ (blz. 125).

De dikste bomen (Zomereik) meten tussen 300-330 m omtrek, dit duidt op een minstens 250-jarige leeftijd (1750), deze bomen zijn waarschijnlijk door natuurlijke verjonging ontstaan en bezitten dus belangrijk genetisch materiaal.

Toponymen met bosbetekenis:
Klein & Groot Bukenhorst
Viktorbos
Mast

Het goed gedijen van de geplante fijnsparren werd door boomkenners destijds uitgelegd als een kenmerk van een oud bos. In ‘verse’ grond gedijen fijnsparren slecht en krijgen vlug bep. ziekten (vuur-hartrot) (MM: FvB)

Belangrijke vogels

In het KNNV-Blad Natura   (1937) meldt prof. H. van Iersel al de Wespendief in "het Veldersch Bosch" onder Liempde

inventarisatie 1995 (NWG Liempde)
Bosuil, Houtsnip (>2p), Kleine Bonte Specht, Groene Specht, Zwarte Specht, Goudvink, Nachtegaal (2p), Wielewaal, Fluiter (3p), Havik

inventarisatie (1990 door Ongenae)
Havik, Sperwer, Buizerd (2p), Wespendief, Boomvalk, Tortelduif (8p), Zwarte specht, Kleine bonte specht (4p), Nachtegaal (8p), Fluiter (3p), Vuurgoudhaantje, Goudvink (6p)

Bijzondere waarnemingen (fam. van Boeckel)
Notenkraker (1991), Gele kwikstaart (1992), Ooievaar (1992), Grote kruisbek (1992), Velduil (1993)

In 1998 heeft een Grauwe Klauwier gebroed en 3 jongen gehad aan de Steegstraat (Velder-Noord)

Sinds 2008 broeden meerdere Middelste bonte spechten op Velder. Ook is er een grote populatie houtsnippen aanwezig.

In de periode 2013-2015 wordt door ARK een wespendieveninventarisatie uitgevoerd waarbij de vogels voorzien worden van een zender.

Belangrijke zoogdieren

Wild zwijn
In de winter van 1560-1561, een grimmig koude winter met veel sneeuw, liet jonker Adriaan, bastaardzoon van Philips van Horne, de "wilde verken" met boekweit bijvoederen. Hij zal de jacht in de bossen in stand hebben willen houden.  (ARAB RK 19235, Bartolomei 1560/1561, blz. 7.)

Vleermuizen:
Watervleermuis, Baardvleermuis, Grootoorvleermuis, Dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Laatvlieger

Muizen:
ondergrondse woelmuis, waterspitsmuis, veldspitsmuis, dwergspitsmuis

Overig:
Wezel, Bunzing, Vos, Hermelijn, Steenmarter, Boommarter

 

Belangrijke plantensoorten

Slanke sleutelbloem, Dalkruid, Welriekende Agrimonie, Zwartblauwe Rapunzel, Veelbloemige salomonszegel, Koningsvaren, Haagbeuken (dikste omtrek 210 cm), Zwarte Elzen (zeer oude ex.), Kleinbladige Linde, Zomereik (omtrek 290 cm ; 325 cm; 330 cm; 325 cm; 310 cm; 300 cm), Abeel (60-70 jaren oud), Suikeresdoorns (laantje: max. 45 jaren oud), Fladderiep.

Historie natuur

Wolven:
1644: Liempde had veel last van wolven. Op 22 juli is samen met de aanpalende dorpen een wolvenjacht georganiseerd. De deelname aan deze klopjacht (met wolfsnetten) was niet vrijblijvend., Francis Janssen Neutkens en Hendrik Jan Dielissen vingen op 23 en 24 juli 1754 zes jonge wolven bij Heerebeek, deze wolven zullen ook zeker Velder als jachtterrein gehad hebben. Dezelfde Francis Janssen Neutkens ving op 6 augustus 1756 twee halfwas wolven bij hoeve Heerebeek.

Ook in de Mortelen werden door Adraen Lamberts van der Heiden op 26 juni 1763 vier wolven gevangen.

Vogels:In de zeventiger zestiger jaren heeft in de loop een Ijsvogel gebroed. Deze ijsvogel viste op de gracht rond huize Velder en op het water bij Huize Heerenbeek. Wordt soms nog waargenomen. Begin jaren zeventig broedde de Kerkuil regelmatig in het torentje op Huize Velder. Ook werd het koetshuis vaak als roestplaats gebruikt. Midden jaren tachtig is door Jan van Diermen een Sperwerplukrest gevonden van een Appelvink. Nu (2013) zijn er meerdere paren.

Sinds 2006 worden ook de eerste territoria gevonden van de Middelste Bonte Specht.

Planten-systematiek:

(uit: Vegetatiekundige kartering van Midden Brabant door J Brounen e.a.)

Velder is een bos van het Elzen-Vogelkersverbond (38Aa Alno-Padion) (= 38 Eiken -Beukenklasse, 38A Beuken orde) met elementen uit bossen van het Haagbeukenverbond (38 Ab Carpinion Betuli).

Een eikenbos uit het elzen-vogelkersverbond komt voor op voedselrijke mineralen gronden met een hoge, wisselende grondwaterstand. Kenmerkende soorten zijn Zomereik, Schaafstro, Aalbes, Vogelkers, Bosandoorn en Grauwe Els. De in het Veldersch Bosch aanwezige elementen uit het Haagbeukenverbond zijn Haagbeuk, Beuk en Kleinbladige linde.

Binnen deze verbonden zijn op Velder nog de volgende typen te onderscheiden:
Type 3 (B3) Zomereik-Veelbloemige salomonszegel (o.a. Ruwe berk, Zomereik, Kamperfoelie, Hazelaar, karakteristiek: Dalkruid, Dubbelloof, Klimop)
Type 4 (B4) Zwarte els - Eenbes (o.a. Zwarte els, Zomereik, Hop, Hazelaar, karakteristiek: Eenbes, Slanke sleutelbloem, Boskortsteel, Gele Dovenetel, Bosanemoon, Klimop)
Type 5 (B5) Populier-Leverkruid (o.a. Zwarte Els, karakteristiek: Leverkruid en Framboos)

boswaardering (uitgevoerd door NWG in 1992)

(max. 10 punten)

Steegstraat : (buiten eigendommen van Boeckel) 5,8 ; 6,9
Noordzijde Landgoed: 5,6
Zuidzijde Landgoed: 9,2
(Opname 9,2: 6-8 grootteklassen; 3 bomen > 220cm; 2 bomen 200-220 cm)

ecologische waardering

RNV-kaart (1993): Bossen en struwelen van hoge natuurkwaliteit

CULTUURHISTORIE LANDGOED VELDER

Sterrenbos

Stijl: Renaissance (17e / 18e eeuw)
Verzameling van lanen die met elkaar verbonden zijn volgens een bepaald patroon en/of op een centraal punt bij elkaar komen.

Doel:
1) Recreatief: zo’n punt levert een desoriëntatie en is daardoor een landgoedattractie.
2) Economisch: laanbomenhout
3) Jacht

Meestal is een vijver het middelpunt en wordt het bos doorsneden door 8 lanen (velder: 9)
Op de kaart van Hendrik Verhees (1794) en de topografische kaart (verkend in 1837) is de lanenstructuur (9-dreven)van Velder al aanwezig. Ook op de door Hendrik Verhees getekende kaart ‘Steenweg van de stadt ‘s Hertogenbosch tot Best’ (aanleg 1740-1745) is het lanenstelsel goed te herkennen.

Bijzonderheden:

schat Kreemershoek
grens (dubbele sloten) tussen Heerenbeek-Velder (of Liempde-Oirschot)
Zilvervossenkwekerij (begin 1930)

Relictenkaart

oud bos (ontstaan voor 1840)
wegen (ontstaan voor 1840)

Andere toponymen

Kreemershoek (spoken), Koperbos (waar koper was verstopt in WOII), Steenoven, Bogt, Kalverliefde, Huisplaats, Manege, Paardsweiden, Haverstrepen, Negen dreven, Vossenvak, Vinkennest, Verbrand (door vonken van stoomtreinen?), Goede drift, Velderse wal (Begrenzing gebied tussen Hollands Diep en het Veldersch Bosch.)
Voor beschrijving van de Liempdse toponiemen zie: "Liempdse Contreien in Naam door de Eeuwen heen" (2002) door G.A. Beelen

Velderseweg

oorspronkelijk weg van Boxtel naar Oirschot, ook wel Veldersedijk genoemd.

Wallen van Velder
Het laatste gedeelte van de meest noordelijke wal vlakbij de spoorlijn.

(foto Ineke de Jongh, 2013)

DIVERSEN VELDER

Beheer

graven van sloten: na 1841
planten van Fijnspar: eind 19e eeuw?
Planten van populieren: tweede helft 20e eeuw op voormalige weilanden

Milieusituatie

Verdroging: lagere grondwaterstand
verdwijnen diepe & ondiepe kwel
(zie hydrologisch rapport EHS-gebied Beerze-Reusel)
Verzuring: door zure neerslag & verdwijnen kwel
Vermesting: via zure neerslag en lagere grondwaterstand
Versnippering: door verdubbeling spoorlijn

INFORMATIE OVER  DUTHMALA

ZOEKEN VIA INVULFORMULIER   

Via deze KNOP kunt u ook naar de genealogische website van Ger van den Oetelaar. Op de website van Duthmala wordt aandacht geschonken aan diverse  LIEMPDSE NATUURGEBIEDEN zoals Scheeken, Geelders, Dommel en Dommeldal, Velder (Veldersch Bosch) en aan een aantal CULTUURHISTORIE RONDOM LIEMPDE.